Terug naar de lijst
http://De%20Kroon%20van%20Kwispelstaart%20-%20Een%20verhaal%20van%20Koalia-verhalen

De Kroon van Kwispelstaart

In de dieptest van een bruisende speelgoedstad, tussen puzzels en knuffels, recht naast de eindeloze berg bouwsteentjes, stond de dapperste viervoeter van het hele land. Hij droeg de naam Kwispelstaart. Zijn vacht was zo zacht als de pluizigste teddybeer en zijn ogen schitterden als heldere sterren. Hij droeg geen glanzende harnassen of sierlijke gewaden, maar hij bezat iets veel waardevollers: een hart van goud.

Op een dag deed de wind stilletjes de deur van de speelgoedwinkel 'Pluk van de Petteflet' open. Met een piepje op de achtergrond, kwam er een jongen binnen met krullen zo warrig als het touw waarmee glijbanen worden beklommen. Hij keek rond met ogen zo groot als knikkers, terwijl hij stilletjes tussen de rekken krioelde.

— Dag meneer Poppedeintje, groette de jongen de oude winkelier die als een tovenaar tussen de berg speelgoed zweefde. Ik zoek iets… heel bijzonders.

Het was het eerste wat Kwispelstaart opmerkte, de stem van de jongen. De hond wist meteen dat dit avontuur niet zomaar een spelletje tikkertje zou worden. Nee, dit was het begin van een koninklijk queeste.

Het bijzondere voorwerp dat de jongen zocht, was een kroon. Maar niet zomaar een kroon, het was de 'Kroon van Eindeloos Fantaseren', verborgen in de verste hoek van de speelgoedwinkel, beschermd door raadsels en kinderrijmpjes.

— Kun jij me helpen de kroon te vinden? vroeg de jongen met fonkelende hoop in zijn stem. Ik heb hem nodig om mijn zusje blij te maken, zij is koningin in onze verhalenland.

— Waf! klonk het bevestigend. Kwispelstaart stond al op zijn vier poten, klaar om de jongen te begeleiden op zijn zoektocht. Hij schudde het speelgoedstof uit zijn vacht en met een kwispel hier en kwispel daar, begonnen ze samen aan het avontuur.

De twee bondgenoten baanden zich een weg door het wonderlijke woud van actiefiguren en stapten over het kabbelend riviertje van knisperende verkleedkleren. De speelgoedtreinen floten hun aanmoedigingen terwijl de knuffelberen zachtjes zwaaiden.

— Let op, morsetekens krijgen we door, zoemde een kleine robot. Links, rechts, omhoog, nu stoer!

— Ik denk dat we die raadselachtige morsetekens moeten volgen, zei de jongen terwijl hij de robot voorzichtig opzij zette.

— Wrrroef! antwoordde Kwispelstaart, daarmee instemmend. Samen telden ze de knipperende lichtjes en volgden de geheime code door een doolhof van levensgrote legodoolhoven.

Met elke stap die ze zetten, werd de sfeer mysterieuzer en de lichtjes schitterden als het parelgrijze maanlicht dat spelenderwijs op riviertjes danst. De stemmen van pratende poppen fluisterden hints door de lucht, als blaadjes die door de wind werden meegenomen. Ze vormden een pad van zachte melodieën die het duo wezen naar een kast vol boeken.

— Hier moet het ergens zijn, fluisterde de jongen, zijn ogen speurend naar de schatten tussen de rijen met verhalen.

— Gerrrrrr, gromde Kwispelstaart speels, terwijl hij met zijn poot een boek uit de kast stootte. Het viel open op een pagina met een illustratie van een kroon, en plots veranderde de speelgoedwinkel.

Voor hun ogen ontvouwde zich een rijk versierde kamer, met muurschilderingen van heldhaftige schepen die de wildste zeeën trotseerden en prinsessen die over wolkenkastelen heersten.

In het midden van de kamer stond een standbeeld van een ridder met innemende chocoladebruine ogen, die hen gewichtig aanstaarde. In de uitgestrekte hand van de ridder lag de 'Kroon van Eindeloos Fantaseren', glinsterend als het warmste zomerzonlicht.

— Bijna is onze queeste voltooid, fluisterde de jongen met een glimlach, terwijl hij zich vooroverboog om de kroon te pakken.

Maar, net toen zijn vingers de kroon raakten, sprong er een klein narretje uit een piepklein doosje.

— Ho, ho, ho! Eerst het laatste raadsel, lachte de nar uitbundig. En wees maar braaf!

— Wat is zo licht als een veertje maar zelfs de sterkste man kan het niet langer dan een minuut vasthouden? giechelde de nar, terwijl hij sprong en dartelde.

De jongen fronste, diep in gedachten, maar Kwispelstaart was al naar voren gesprongen met zijn snuit hoog in de lucht.

— Blaf, blaf! schalde Kwispelstaart met een trotse en heldere hondenstem.

Het klonk als een verklaring, want op datzelfde moment, hield de jongen zijn adem in en het antwoord kwam bij hem op.

— Adem! riep de jongen uit. Je kunt je adem vasthouden, maar niet te lang!

— Whehehe, slim gespeeld, slim gespeeld, juichte de nar, terwijl hij een buiging maakte en verdween in een schittering van glitters.

Met de kroon nu in handen, keerden onze helden terug naar de wereld van de speelgoedwinkel. Het was een wereld waarin alles mogelijk leek, met de 'Kroon van Eindeloos Fantaseren' die voortaan over alle verhalen waakte, en een dapper hart van een kleine jongen en zijn viervoetige vriend.

De jongen glimlachte naar Kwispelstaart en zei:

— Dankjewel, jij bent de beste vriend die een koning van het verhalenland zich kan wensen!

En zo zetten ze samen hun verkenning voort, door de gangpaden van de speelgoedwinkel naar nieuwe fantasierijke avonturen. Want waar een hond en een jongen samen zijn, daar wordt elke dag een koninklijk verhaal gesponnen.

Deel

Een reactie achterlaten

1 × drie =