In het hart van een slaperig stadje, verscholen tussen hoge bomen waar de zon slechts speels tussen de bladeren door gluurde, stond het oude huis van dokter Emma. Haar huis had meer kamers dan de dorpsbibliotheek boeken had, maar er was één kamer die zelfs de nieuwsgierigste zielen niet durfden te betreden – de zolder.
– Emma, je bent de dapperste dokter die we kennen, begon mevrouw Jansen op een dag, maar er gaat een gerucht dat er iets… ongewoons op je zolder woont.
Emma glimlachte zacht. Sinds ze in het dorp was komen wonen, had ze talloze kwaaltjes genezen en avonturen beleefd, maar haar zolder? Daar was zelfs zij nog nooit geweest.
– Het wordt tijd dat dit mysterie opgelost wordt, dacht Emma. Wie niet waagt, die niet wint, toch?
Met een bescheiden rugzak gevuld met haar dokterstas, een notitieboekje en een flinke dosis moed, begon Emma aan haar klim naar de zolder. Elke trede van de oude houten trap kraakte onder haar voetstappen, als een voorbode van het avontuur dat haar te wachten stond.
Toen ze de zolderdeur opende, werd ze begroet door stofjes die dansten in het lichtstraaltje dat door het ronde raam viel. De zolder was een schatkamer van herinneringen; oude fotoalbums, vergeten speelgoed en versleten meubels.
Plots hoorde ze iets wat haar hart even deed overslaan – een zacht gebrul. Met trillende handen opende Emma haar dokterstas, alsof een thermometer of een stethoscoop haar nu van dienst kon zijn. Voorzichtig ging ze op het geluid af.
– Hallo? riep ze uit.
Het gebrul stopte, en in plaats daarvan hoorde ze een zacht gesnurk. Geleid door haar doktersinstinct en nieuwsgierigheid, volgde Emma het geluid tot ze achter een oude, hoge kast iets heel onverwachts vond.
Daar, op een berg van oude dekens en kussens, lag een beer te slapen. Maar niet zomaar een beer; deze beer had een verband om zijn poot.
– Oh jee, wat doe jij nou hier? fluisterde Emma, terwijl ze haar rugzak naast zich neerzette.
De beer opende langzaam zijn ogen en keek haar verdwaasd aan.
– Ik… ik ben hier per ongeluk terechtgekomen, begon de beer met een zachte stem die niet paste bij zijn grote gestalte. Ik heb mijn poot bezeerd toen ik probeerde terug naar het bos te gaan.
Emma haalde diep adem, liet haar dokterstas zien en glimlachte.
– Geen zorgen, ik ben dokter Emma. Ik help je wel.
En zo begon Emma aan haar meest ongewone consult ooit. Met zachte hand verwijderde ze het oude verband, reinigde de wond en verbond het opnieuw, terwijl de beer haar met nieuwsgierige ogen bekeek.
– Hoe ben je hier terechtgekomen? vroeg Emma terwijl ze werkte.
– Via het raam daar, de beer knikte naar een klein raampje dat op een kier stond. Ik was op de vlucht voor een hond, maar nu… ik weet niet hoe ik terug moet.
Toen Emma klaar was, pakte ze haar rugzak en keek rond. Haar blik viel op het raampje; het was inderdaad te klein voor een beer om doorheen te gaan.
– Ik heb een idee, zei Emma vastberaden. Volg mij.
Samen maakten ze de weg terug naar beneden, door het huis, en uiteindelijk naar de achtertuin. De zon begon al te dalen, waardoor de hemel roze met gouden strepen kleurde.
– Vanaf hier moet je het bos kunnen bereiken. Maar beloof je voorzichtig te zijn? En probeer niet meer via zolders het bos in te komen, oké?
De beer knikte en keek Emma dankbaar aan.
– Dank je, dokter Emma. Je hebt me niet alleen genezen, maar je hebt ook de moed gehad om het onbekende tegemoet te treden.
Met een zwaai van zijn poot vertrok de beer, terug naar de veiligheid van het bos. Emma keek hem na tot hij uit het zicht was verdwenen. Ze voelde zich warmer dan de laatste zonnestralen op haar gezicht.
Terug in haar huis, terwijl ze de oude trap weer opklom om de zolderdeur te sluiten, dacht Emma na over de dag. Wie had gedacht dat een dappere daad haar naar een beer op haar eigen zolder zou leiden? Maar zoals het gezegde luidt: Wie niet waagt, die niet wint.
En Emma? Ze had vandaag veel meer gewonnen dan ze ooit had durven dromen.