Boris de badmeester was geen gewone badmeester. Hij droeg altijd een felrode zwembroek, een wit fluitje om zijn nek en, het allerbelangrijkste, een gestreepte hoed die zo breed was dat het leek alsof hij onder een vrolijke parasol wandelde. Hij zou namelijk nooit zijn koperkleurige haar en de punt van zijn neus aan de genadeloze zon laten branden. Boris zorgde niet alleen voor de veiligheid van de zwembadbezoekers, maar ook voor een dosis vrolijkheid en muziek, want hij floot altijd melodietjes terwijl hij langs het zwembad liep.
Op een dag, toen de zon in een plas van goud de horizon aan het schilderen was, ontving Boris een vreemde, golfgroene uitnodiging. Het was van Kapitein Krulsnor, de beroemde ontdekkingsreiziger, die hem uitnodigde voor een avontuur op zijn boot, de Drijvende Dolfijn. Boris stond te springen van enthousiasme! Hij had altijd al eens willen varen en misschien zelfs zwemmen in de open zee.
Toen hij aankwam bij de wiebelende steiger waar de Drijvende Dolfijn lag te dobberen, kon hij zijn ogen niet geloven. De boot was enorm, met zeilen zo wit als schuimkoppen op een woeste golf. Kapitein Krulsnor, met zijn indrukwekkende krullende snor en glinsterende ogen, verwelkomde Boris hartelijk aan boord.
— Welkom op de Drijvende Dolfijn, badmeester Boris! Ik hoop dat je klaar bent voor een avontuur.
— Klaar als ik ooit zijn zal, kapitein! Dit wordt vast een onvergetelijke reis.
Na een korte instructie over het leven aan boord hielp Boris met het hijsen van de zeilen. De boot schoot vooruit en liet het vaste land achter zich. Boris voelde zich vrij als een goudvis die eindelijk de oceaan heeft gevonden.
Het avontuur nam een verrassende wending, toen op de tweede dag van hun reis, Boris geblaat hoorde. Geblaat op een boot? Dat kon toch niet? Hij volgde het geluid en vond in een hoekje van het dek, dichtbij een berg touwen, een klein, wittig schaap met een zwarte vlek rond zijn oog alsof het een stoere zeebonk was met een ooglapje.
— Wel wel, en wie ben jij dan, kleine vriend? fluisterde Boris verrast.
— Bèèèèh, ik ben Sjaak, een avontuurlijk schaap dat de wereld wil zien! Maar ik ben hier per ongeluk, verstopt tussen de balen wol, bekende het schaap en knikte toen naar Boris' gestreepte hoed. — Een prachtige hoed draag je daar!
— Dank je, Sjaak! Een badmeester moet zichzelf natuurlijk beschermen tegen de zon. Maar vertel eens, hoe kan het dat jij kunt praten?
— Oh, dat is een heel verhaal. Ik heb ooit een heel bijzondere bloem gegeten die me een stem gaf en ik heb niet meer opgehouden met babbelen sindsdien!
Boris moest lachen. Een pratend schaap was nog vreemder dan een vliegende vis! Maar daar stond hij nu, aandachtig luisterend naar Sjaaks wollige avonturen. Sjaak vertelde over de wilde wind die door zijn vacht waaide en over het gezang van de zeemeeuwen dat hem betoverde. Het was niet lang voordat Sjaak en Boris dikke vrienden werden.
De dagen gleden voorbij met golven die verhalen vertelden en wind die geheimpjes fluisterde in de zeilen. Boris en Sjaak werden onmisbare maatjes voor Kapitein Krulsnor en zijn bemanning. Maar de zee, zo wispelturig als ze was, bereidde een verrassing voor hen voor.
Op een ochtend, toen de zon nog slaperig aan de hemel gaapte, zag Boris donkere wolken aan de horizon. De zee werd ruwer en de lucht begon te brullen als een boze draak. Een storm was op komst! Kapitein Krulsnor riep Boris bij zich.
— Boris, je bent de veiligheidsexpert. We hebben jouw kalmte en scherpzinnigheid nodig nu de storm nadert.
— Ik zal mijn best doen om ons door deze woelige baren te loodsen, kapitein! riep Boris moedig uit.
Terwijl de golven de Drijvende Dolfijn rondschudden alsof het een speelgoedbootje was, hield Boris de moed erin door liederen te fluiten en Sjaak moedigde iedereen aan met zijn vrolijke geblaat. Sjaak bleek verrassend handig te zijn in het vastmaken van touwen met zijn tanden en hoeven, wat iedereen aan boord deed verbazen.
Na wat leek als een eeuwigheid, waarin de zee haar krachten volledig had laten gelden, begon de wind te bedaren en maakte het donderend drumgeroffel van de golven plaats voor een zacht geruis. De storm was voorbij, de Drijvende Dolfijn had standgehouden en iedereen was veilig, mede dankzij de onverschrokken heldenmoed van Boris en de ingevingen van Sjaak.
Na de storm was alles anders. De zon keerde terug, schitterender dan Boris ooit had gezien. Ze danste over het kalme water en scheen speciaal voor hen. De sterren stippelden 's nachts patronen in de hemel, als een kaart naar onbekende schatten. Voor Boris en Sjaak was deze reis veranderd in een verhaal over vriendschap, moed en ontdekking. En hoewel Kapitein Krulsnor het schip leidde, waren het de badmeester met zijn gestreepte hoed en het avontuurlijke schaap die de ware kapiteins van hun eigen lot bleken te zijn.
Dus wie zegt dat je een piraat of een zeemeermin moet zijn om de zeven zeeën te trotseren? Soms heeft een verhaal gewoon een badmeester, een pratend schaap, een boot genaamd de Drijvende Dolfijn en een gestreepte hoed nodig om te veranderen in een legende die nog generaties lang door de golven gedragen zal worden. En zo zeilden Boris, Sjaak en Kapitein Krulsnor verder naar nieuwe avonturen, met open zeeën die hen uitnodigden om verder te dromen en te ontdekken.