Terug naar de lijst
http://Een%20Hete%20Held%20in%20een%20Zoete%20Bakkerij%20-%20Een%20verhaal%20van%20Koalia-verhalen

Een Hete Held in een Zoete Bakkerij

In het hartje van het dorp waar de zon altijd scheen en de mensen met een glimlach op hun gezicht de dag begroetten, stond een bakkerij. Niet zomaar een bakkerij, maar een speciale plek waar de geur van versgebakken brood en zoete koekjes zich mengde met het gelach van kinderen en het gelukkige geroezemoes van de dorpelingen. Die bakkerij was het trotste bezit van Papa Piet, een dikke, joviale man met krullen zo zwart als de nacht en een glimlach zo stralend als de zon. Zijn kleine dochter, Rosie, een sprankelende meid met vlechtjes en appelwangetjes, danste vaak tussen de schappen en hielp haar vader met het verkopen van de lekkerste lekkernijen.

Op een dag, toen de klok precies half tien sloeg en de bakkerij drukker was dan ooit, deed Brandweerman Bart, met een glanzende rode helm en laarzen waar je spiegels van kon maken, de deur van de bakkerij open. Hij was de held van het dorp, altijd paraat om te helpen en met een hart zo groot als zijn spierballen.

— Goedemorgen, iedereen! riep hij met een stem die even warm was als de ovens achterin de winkel.

— Ah, Brandweerman Bart! Welkom, welkom! Wat brengt jou in onze heerlijke haven van zoetigheden vandaag? antwoordde Papa Piet, terwijl hij een dienblad met dampende kaneelbroodjes uit de oven haalde.

— Een lekkere traktatie voor de mannen van de brandweerkazerne. We hebben een lange nacht gehad met oefeningen en niets verzacht vermoeide geesten beter dan jouw beroemde appelkruimeltaarten, zei Brandweerman Bart, terwijl hij zijn glanzende helm afzette en zijn ogen over de uitgestalde gebakjes liet glijden.

— Komt voor de bakker, Bart! Maar helaas heb ik wat minder goed nieuws, zei Papa Piet plotseling bezorgd.

— Wat voor nieuws, Papa Piet? Mijn oren zijn groot en mijn armen zijn sterk, misschien kan ik helpen? vroeg Brandweerman Bart terwijl hij zich voorover boog, zodat hij op ooghoogte was met de bakker.

— Het is mijn oven… Hij doet het niet meer en ik ben bang dat zonder de oven… De appelkruimeltaarten zullen slechts een zoete droom blijven, legde Papa Piet uit, met een verdrietige trek om zijn mond.

— Vrees niet, Papa Piet! Ik ben dan wel geen bakker, maar ik weet hoe je een vuurtje moet stoken. Misschien kan ik de oven repareren, zei Brandweerman Bart vol vertrouwen.

Rosie, die zich had verstopt achter een grote zak bloem, sprong tevoorschijn, haar gezichtje verlicht door hoop. — Kun je echt helpen, Brandweerman Bart? Zonder de taarten wordt het geen vrolijke dag in de bakkerij!

— Nou, kleine Rosie, dat is precies wat brandweerhelden doen: dag en nacht klaarstaan om een crisis te vermijden, zelfs als het gaat om de crisis van een ontbrekende taart! zei hij knipogend.

Met een vastberadenheid waar je u tegen zegt, trok Brandweerman Bart zijn mouwen op, toonde zijn spierballen die leken op opgeblazen ballonnen, en knielde bij de oven neer. Zijn grote, behaarde handen verdwenen in de diepte van de oven, op zoek naar het probleem. Af en toe kwam zijn stem vanuit de duisternis: — Ik zie wat roest hier… aha, een los draadje… oei, hier zit iets flink vast.

Papa Piet en Rosie keken toe, hun gezichten zo gespannen als een springtouw vlak voor een grote sprong. De dorpelingen hadden zich verzameld om de heldhaftige reddingsactie van hun favoriete brandweerman te zien.

— Zou het hem lukken, Mama? vroeg een klein jongetje met heldere, nieuwsgierige ogen, terwijl hij de hand van zijn moeder vastklemde.

— Als iemand het kan, dan is het Brandweerman Bart wel, schat, zei zijn moeder met een glimlach vol vertrouwen.

De minuten leken wel uren te duren, tot opeens Brandweerman Bart opstond, zijn gezicht besmeurd met zwart roet en zweetdruppels die langs zijn voorhoofd parelden als ochtenddauw. Hij slingerde zijn gereedschapsriem over zijn schouder en riep uit: — Zo, die zou het nu moeten doen! Papa Piet, wil je de eer doen van de ontsteking?

Papa Piet knikte gretig en draaide aan de knop van de oven. Met een zachte 'woef' sprong er een vlam op in het donkere ovenhol, en al snel was de vertrouwde warmte terug. Het dappere publiek barstte uit in gejuich en applaus, terwijl Papa Piet Brandweerman Bart een stevige handdruk gaf.

— Wat een held! Nu kan ik weer mijn zoete creaties maken, en jij hebt jouw appelkruimeltaarten. Ook al draag je geen cape, jij bent de echte superheld van ons dorp, Brandweerman Bart! zei Papa Piet, de tranen van opluchting glinsterend in zijn ogen.

— Het was niets, niets! En nu, laten we ervoor zorgen dat die taarten gebakken worden, ik geloof dat er enkele hongerige helden wachten in de kazerne, zei Brandweerman Bart met een lach die de hele bakkerij vulde.

Brandweerman Bart verliet de bakkerij die dag met een stapel appelkruimeltaarten onder zijn arm, zijn hart zo gevuld met vreugde dat hij bijna kon vliegen. En hoewel Brandweerman Bart vele vuren had geblust en talloze heldendaden had verricht, zou de dag dat hij een bakkerij en een oven redde een speciaal plekje in zijn hart blijven houden.

Zo ging het leven in het dorp voort, waar helden in vele vormen kwamen, soms met een helm, soms met een spatel en een deegroller. En in de bakkerij van Papa Piet werden heldendaden niet alleen herinnerd met woorden, maar ook met de zoetste smaken die een smikkelende held zich maar kon wensen.

Deel

Een reactie achterlaten

achttien − vijf =